Taggen
Taki, een pizzabezorger, is één van de eersten die buiten zijn buurt schrijft.
Dit wordt ontdekt omdat hij zijn straatnummer achter zijn naam zet. Door de
meeste
writers
wordt deze manier al gauw overgenomen. Het
taggen
wordt in Amerika met
name beoefend door jongeren uit getto's en etnische minderheden. Ooit is het
ontstaan uit de behoefte een eigen identiteit te hebben. Door overal een naam
of teken achter te laten kon je je aanwezigheid laten blijken.
Tags
worden gezet met
viltstiften die op bijna iedere ondergrond te gebruiken zijn. Door tags te
zetten bakenden groeperingen [gangs] hun terrein af.
Stijl
Wanneer de writers door beginnen te krijgen hoe groot hun publiek is beginnen
ze hoe langer hoe meer teksten in hun
pieces
te verwerken. Politieke standpunten over onderwerpen als oorlog en gelijke
rechten worden hier in verwerkt. Een ander doel dan politiek en het opfleuren
van de saaie stad, is de behoefte beter te zijn dan de rest. Zo wordt
creativiteit belangrijk. Er ontwikkelen zich verschillende stijlen: de
wild style, de
3D style
en de
bubble style. Verder wordt de
wolk [cloud],
als basis ontdekt. Deze groeit al gauw uit tot complete taferelen.
Politieke daad
Metrostations zijn populaire plaatsen om te taggen, omdat hier veel mensen
komen. Nog belangrijker zijn de treinen zelf. Het kost steeds meer moeite om
op te vallen en de ontwerpen worden ook steeds grote. Door de uitvinding van
de spuitbus begin jaren '70 kan er makkelijker een groter oppervlak worden
bestreken. De schoonmaakacties maken graffiti zelf tot een politieke daad,
omdat de politiek niet in staat is deze 'vervuiling' aan te pakken. De media
spelen ook een belangrijke rol in de publieke opinie.
Stromingen
Nadat de graffitikunstenaars op doek
zijn gaan werken zijn er verschillende richtingen ontstaan. Op treinen
gebruikte iedereen letters, op doek wordt dit door sommigen losgelaten om
abstract of figuratief te gaan werken. Naaste de spuitbussen worden ook
acrylverf en andere materialen gebruikt. Vanaf begin jaren '70 ontstonden er
groepen uit vriendschappelijke overwegingen, anders dan de graffiti-gangs.
Deze groepen legden zich vooral toe op het schilderen van hele treinen,
waarbij het werk verdeeld werd. Zo kon in één nacht een hele metrotrein worden
beschilderd.
The Fabulous Five
The Fabulous Five bestond uit Lee, Doc, Mono, Slave en Slug. Hun beroemdste
graffitiwerk is de
whole train.
Niet gehinderd door concurrentie van andere schrijversgroepen, konden ze
ongehinderd alle rangeerterreinen en subway-lijnen bezoeken om te schilderen.
The Fabulous Five bestond vier jaar.
Lee
Lee Quinones begon met zijn eerste graffitischilderingen op de treinen rond
1977. Lee groeide op in de jaren zestig mentaliteit, met de Vietnamoorlog,
moord op politieke leiders [Kennedy en Martin Luther King] en steeds groter
wordende revolutionaire stromingen. Zijn graffitiboodschappen werden steeds
politieker. Lee trad voor het eerst op de voorgrond toen de strijd tussen
gezag en
writers
losbarstte. Hij voerde een aantal vernieuwingen in die hem, naast zijn
technische vaardigheden, lieten uitgroeien tot
king.
Whole car
Lee was de eerste die een
whole car
schilderde. Hiermee wordt bedoeld dat niet slechts een klein deel van het
oppervlak wordt beschilderd, maar het hele voertuig. Het beroemdste
graffitiwerk van Lee en The Fabulous Five is de
whole train
dat aan het begin
van december 1977 ontstond.
Society's Child
Rond 1980 was de ontwikkeling om op doek te werken in volle gang. de
belangstelling werd gewekt in het buitenland, bv. door de videoclip
Rapture van Blondie.
De schilderijen van Lee uit begin jaren '80 tonen menselijke types, figuren
die hij persoonlijk kent uit de New Yorkse achterbuurten; zwervers,
criminelen, bedelaars, junks. Bijvoorbeeld
Society's Child
uit 1983. Dit schilderij toont een Portoricaanse junkie met de Amerikaanse
vlag in de schaduw van het Vrijheidsbeeld. Vrijheid is voor hem niet
weggelegd. Lee zegt hier over: "Dat schilderij geeft alles weer. Hij is als
een monster van Frankenstein, geschapen door zijn eigen samenleving, zelfs
voordat hij er is. Voordat hij geboren werd was hij al veroordeeld tot die
positie. Dit is zijn hele leven, dit moest hij worden. het is een grof
schandaal dat dit zo gebeurt, want je kunt er niets tegen doen." Lee put
rechtstreeks uit zijn eigen ervaringen en angstdromen.
Quik
Lin Felton is een van de weinige niet-blanke graffiti writers die een
beroepsopleiding heeft gevolgd. Hij studeerde grafische vormgeving, fotografie
en illustratie. Op 13-jarige leeftijd, in 1972, begon hij zijn
Star 10
aan te brengen. Pas in 1975 werd hij bewust van het esthetische effect.
Inmiddels had hij zijn naam in Quik veranderd, ontleend aan het grappige
konijn van de instantcacaopoeder Nesquik. ook verwijst de naam naar de
snelheid waarmee hij zijn graffiti aanbracht.
Lady Pink
Lady Pink is een van de weinige meisjes onder de writers die ook treinen heeft
bespoten. de meeste vrouwelijke
writers
laten alleen hun
tag
achter of maken op straat een
piece.
Lady Pink begon echter aan het begin van de jaren '80 ook op doek te werken.
Dit gebeurde naar aanleiding van haar ontmoeting met Crash, die Lady Pink
vroeg mee te werken aan de Fashion Moda tentoonstelling. Over haar vrouwzijn
zegt ze het volgende: 'Ik heb er genoeg van om de symbolische vrouw te zijn.
Als er een groepstentoonstelling is van zes jongens en ze zeggen 'We hebben
een meisje nodig', dan stoppen ze mij erbij. Ik word liever gekozen en
beoordeeld op mijn visuele kwaliteiten." In
Writer on the run
laat ze de angst om telkens achterna gezeten en betrapt te worden zien.
Blade
Steve Ogburn is geboren in New York. Hij begon met graffiti in 1973. Blade
heeft zich altijd gespecialiseerd in letters, waarmee hij nieuwe beelden
probeert te scheppen. Blade zegt hierover: "Elk werk is anders, dat is talent.
elk werk heeft unieke eigenschappen die het van alle andere onderscheidt." In
1983 gaat hij over op doek. Dit is een moeilijke overgang, maar hij slaagt
erin om de traditionele soort graffiti op doek te zetten.