Geschiedenis
Start Omhoog Volgende

 

Geschiedenis van de opera.

 

Inleiding

Wat is een opera? Dat is toch zo'n toneelstuk waarin iedereen zingt? "Wil je een kopje thee-ee-ee? Jahaha graa-aa-aag."
Een beetje aanstellerig, vinden sommige mensen van opera. Toch kan het heel opwindend en ontroerend zijn, want opera doet een beroep op verschillende zintuigen tegelijk; opera is toneel voor de oren en muziek voor de ogen, en als het goed is lopen de rillingen over je rug. 't Gebeurt allemaal tegelijk.

Bij een musical is het ook zo dat de acteurs en de muziek samen een verhaal vertellen. Toch zijn er verschillen. Hèt grote verschil tussen opera en musical is dat bij musical de zangers versterkt zingen, dat wil zeggen: door een microfoon en dat is bij opera niet zo. Een operazanger is zo getraind dat hij met zijn stem een zaal met vele honderden, zelfs duizenden mensen bereiken kan, omdat hij zijn lichaam gebruikt als klankkast.

De muziek van een opera wordt geschreven door de componist en staat genoteerd in de partituur. De muziek van ieder instrument staat genoteerd in een afzonderlijke partij. In de partituur staan alle partijen onder elkaar geschreven.

De dirigent begeleidt alle muzikanten op hun instrumenten samen in het orkest. Hij staat voor het orkest in de orkestbak voor het toneel. Hij zwaait met zijn stokje en bepaalt daarmee het ritme en de stemming van de muziek. De tekst van een opera heet het libretto. Soms schrijft de componist zelf het libretto, zoals Richard Wagner, soms is er een aparte librettist voor. Dit wisselt door de eeuwen heen. Op sommige libretto's zijn wel tien verschillende opera's geschreven, dus steeds weer andere muziek bij dezelfde tekst.

Een opera bestaat normaal uit drie delen: de acten of bedrijven, net als bij een toneelstuk. Iedere acte is onderverdeeld in scènes of taferelen. Telkens wanneer een of meerdere personages het toneel verlaten of betreden, begint een nieuwe scène.

Italië is het land waar de renaissance tot bloei is gekomen. De periode van de renaissance kenmerkt zich doordat de mens in het hier en nu centraal komt te staan. Men gaat de mens zien als individu. Renaissance betekent wedergeboorte. De mens greep terug op het verleden om zich te heroriënteren. De Griekse en de Romeinse beschaving(de klassieke oudheid) gold als voorbeeld. Men dacht dat het Griekse drama in de oudheid ook altijd met zang en muziek werd opgevoerd en wilde dit zo exact mogelijk gaan nabootsen. Dat is de reden dat alle teksten in de opera gezongen moesten worden. Men vond ook dat de natuur het beste voorbeeld was voor de kunsten. Kunst moest een zo exact mogelijk weergave van de natuur zijn. Vandaar de term Natura artis magistra; de natuur, de ideale leermeester van de kunsten.

Opera seria
De keuze voor onderwerpen uit de klassiek oudheid is typerend voor de opera, die in de loop van de 17e en de 18e eeuw razend populair wordt. Dat is de opera seria, de serieuze opera. De hoofdpersonen in de opera seria zijn altijd mensen van hoge afkomst die belangrijke en moeilijke beslissingen moeten nemen en het loopt altijd goed af. De opera diende immers als spiegel. Het publiek kreeg voorgespiegeld hoe goed hun heersers en superieuren waren.

Recitatief
Om de aria's met elkaar te verbinden tot een verhaal, is een soort cement nodig. Dat is het recitatief. De tekst van aria's is altijd in dichtvorm, terwijl het recitatief in gewone spreektaal is. Het is lange tijd zo geweest, dat het recitatief veel minder aandacht kreeg dan de aria(het publiek kwam eigenlijk alleen voor de aria's). Na Mozart en vooral in de 19e eeuw, verandert dit langzaam. Het recitatief wordt dan volwaardig onderdeel van een opera, net als de aria.

Het ontstaan van opera

Opera is ontstaan in de Renaissance, in de zestiende eeuw, en eerder had ook niet gekund. Want een bepaalde soort kunst komt niet zomaar uit de lucht vallen; zoiets heeft altijd te maken met veranderingen in de maatschappij. En veranderingen waren er genoeg, zo op de grens van de Middeleeuwen en de Renaissance. Mensen gingen heel anders denken over zichzelf en hun plaats in de wereld. In de Middeleeuwen dachten de mensen vanuit een collectief: er was niet zo veel plaats voor de mens als individu in een samenleving die in alles gericht was op de grote christelijke gemeenschap. Dat stond op het punt om te veranderen.
Want door de uitvinding van de boekdrukkunst werden de oude Griekse en Romeinse teksten die in de late middeleeuwen (her)ontdekt waren toegankelijk voor veel meer mensen. Het wereldbeeld dat uit die teksten sprak betekende een hele nieuwe kijk op de samenleving, want voor de Grieken en Romeinen telde het individu wel; dat stond in het centrum van de wereld. Dat was een aantrekkelijk idee voor de oude wereld die zich snel aan het vernieuwen was (denk bijvoorbeeld aan de ontdekkingsreizen en uitvinders als Leonardo da Vinci).
De Griekse en Romeinse beschaving ging dan ook als voorbeeld gelden op het gebied van wetenschap, filosofie en zeker ook in de kunst. En in de muziek!

De Camerata

Tussen 1580 en 1600 opereerde in Florence een groepje wetenschappers/muziekliefhebbers: de Camerata. Zij maakten muziek en discussieerden fel over hoe kunst eruit moest zien. De Camerata streefde naar muziek die geschikt was om menselijke emoties te verbeelden. De leden van de Camerata vonden dan ook dat zang in overeenstemming moest zijn met de natuurlijke klank van spreektaal, geheel volgens het Renaissance-principe: de natuur is de leermeester van alle kunsten oftewel Natura Artis Magistra".
Wat hield dat in de praktijk in?
Alle accenten in de spreektaal moesten samenvallen met de zwaartepunten in de maat van de muziek. Zulke muziek werd speciaal voor solisten gemaakt; de zogenaamde aria’s, liederen voor een zangstem met begeleiding van een enkel instrument die uiting moesten geven aan emoties als liefde, woede en wanhoop. Met de komst van de aria, werd ook de bodem gelegd voor de populariteit van de zanger. Hoe fantastischer de zanger een aria uitvoerde, hoe groter zijn populariteit, want de aria werd door het publiek als het hoogtepunt van de opera gezien.

Monteverdi

De Camerata presenteerde in 1600 het eerste muziekstuk waarin al hun ideeën waren uitgewerkt: 'Dafne', dat de geschiedenis is ingegaan als de allereerste opera. 'Dafne' werd een doorslaand succes, zo’n groot succes zelfs dat de Camerata de opdracht kreeg een compositie te maken voor het huwelijk van Hendrik IV en Maria de Medici. Dat werd de opera 'Euridice'. Deze opera werd tijdens het huwelijksfeest opgevoerd en één van de huwelijksgasten, Claudio Monteverdi, was erg onder de indruk van deze nieuwe muziekbenadering. De componist Monteverdi werkte aan het hof van Mantua, een kleine stad in Noord-Italië. Onder invloed van de Camerata-opera Euridice schreef hij L’Orfeo, zijn eerste opera, die in 1607 in het paleis van Mantua werd opgevoerd.
Het verhaal van L’Orfeo (Orpheus) is een prachtig voorbeeld van Renaissancekunst, helemaal ontleend aan de Griekse mythologie. In deze legende wordt verteld hoe een zelfstandig individu (Orpheus) tegen de goden vecht die over zijn lot heersen. Die goden hebben namelijk zijn vrouw Euridice mee naar de onderwereld genomen en Orpheus wil haar terug.
De keuze voor de mythologie of iets uit de antieke geschiedenis als onderwerp voor een opera zou zich nog lang handhaven, tot ver in de 18e eeuw. Deze opera’s noemen we de opera seria: serieuze opera, die een aantal belangrijke beslissingen in het leven van een mythologische of historische held laat zien, en aan die ontwikkeling een levensles verbindt.
Deze eerste operavoorstellingen vonden plaats in besloten kring aan het hof, maar in 1637 werd in Venetië het eerste openbaar toegankelijke theater geopend. Vanaf dat moment raakte opera bijzonder in de mode. De operatheaters konden rekenen op de steun van de (politiek) machtige adellijke families, omdat in het verhaal te zien was hoe de held (vrijwel altijd afkomstig uit de hoge kringen) een overwinning behaalt op de goden.

Belcanto

Monteverdi componeerde nog een aantal opera’s die heel populair werden. Zijn opera’s bestonden uit een groot aantal aria’s die met behulp van het ‘recitatief’ aan elkaar werden geregen tot een verhaal. Het recitatief is gesproken tekst, wel of niet met muzikale begeleiding, waarin zo efficiënt mogelijk een stukje verhaal en daarmee de overgang naar het volgende lied werd verteld. Verschillende componisten na Monteverdi hielden zich aan zijn procédé, maar na verloop van tijd werden de componist en de schrijver van de tekst van een opera, de librettist, totaal ondergeschikt aan de wensen van de zangers. Want het publiek kwam tenslotte voor de aria’s. Voor de zangers werd het een uitdaging om de aria’s op hun eigen specifieke manier te zingen om zoveel mogelijk erkenning van het publiek te krijgen. Ze versierden de oorspronkelijke muziek van de componist soms zo dat die zijn eigen lied niet eens meer herkende! De zangers kregen dus sterallures. Zo werd de sterzanger of prima donna geboren die zich helemaal kon uitleven in deze ‘belcanto’ (“het fraai zingen”)-periode!

Kentering

De Italiaanse componist Giacomo Rossini was het aan het eind van de 18e eeuw zo zat dat de zangers keer op keer met zijn composities op de loop gingen, dat hij voortaan alles nauwgezet voor de zangers opschreef. Hiervoor was het lied wel vastgelegd in een partituur, maar versieringen en uitweidingen konden naar believen worden aangebracht door de zanger. Door echt alles in notenschrift vast te leggen dwong Rossini de zangers precies te zingen hoe hij het bedoeld had.
Dat bracht een hele kentering in de operawereld teweeg.
Nog steeds was er sprake van de opera seria, met thema’s uit de klassieke oudheid en mythologie, maar ook hierin kwam verandering. Ter afwisseling van de verschillende delen van de opera - de actes - gingen de zangers op muziek komische sketches uitvoeren. Die komische intermezzi werden enorm populair bij het publiek. De acts waren gebaseerd op de komische toneeltraditie van die tijd, de commedia dell’arte.

Opera buffo

Die sketches gingen steeds langer duren omdat het publiek er geen genoeg van kon krijgen. Ze groeiden zelfs uit tot een opera op zich en daarmee was een nieuw opera-genre geboren, dat van de opera buffo. Deze opera’s hadden totaal andere onderwerpen. Geen mythologische helden of historische figuren die grote overwinningen behaalden, maar adellijke figuren die door ontrouw of dommigheden in de problemen kwamen, daar ging het over! En dat sprak aan in een periode waar Europa aan de vooravond stond van grote revoluties tegen het gezag van het hof en de adel!

Mozart

De Oostenrijkse componist Wolfgang Amadeus Mozart was een groot liefhebber van buffospel en hij had er plezier in om de gevestigde orde flink voor gek te zetten. Hij bracht de opera buffo dan ook tot ongekende hoogten. Zijn opera’s op de libretto’s van Lorenzo da Ponte waren heel vermakelijk, maar Mozart wist zoveel diepgang in de muziek te leggen, dat de personages in deze opera’s zowel een komische als een tragische kant kregen. Mozart heeft op muzikaal-technisch gebied veel voor de opera betekend. Hij experimenteerde met zang door verschillende zangers ‘tegen elkaar in’ te laten zingen. Zo vertelden de zangers ieder hun eigen verhaal en werd het theatrale effect versterkt. De grote aria, waarbij de zanger zichzelf in de schijnwerper plaatste, was niet langer het hoogtepunt van de opera. De muziek vertelde zelf het verhaal en daardoor werd de rol van de componist werd belangrijker. De zanger verdween wat meer naar de achtergrond, tot tenslotte rond 1850 een einde kwam aan de belcanto periode: de tijd van het fraai zingen om het fraai zingen, was voorbij.

De romantiek

De 19e eeuw stond in het teken van grote politieke verschuivingen in Europa. In de operaproducties uit die tijd valt het grote aantal verzetsliederen, verbanningsliederen, vrijheidsliederen en nationalistische liederen op. Niet alleen op gebied van thematiek verandert er veel, de hele kunstvorm opera is aan verandering onderhevig. Twee componisten hebben hier in het bijzonder aan bijgedragen, de Duitse componist Richard Wagner en de Italiaanse componist Giuseppe Verdi. In deze periode die we de Romantiek noemen, brachten zij de opera tot nieuwe hoogten.

Wagner

Richard Wagner was niet alleen maar componist, maar ook librettist Hij bedacht en schreef zelf de teksten voor zijn opera’s. Op een manier die daarvoor nog nooit had plaatsgevonden, smolten tekst en muziek bij Wagner samen tot een eenheid. Maar niet alleen de vorm van opera deed er toe: ook de inhoud was voor Wagner van het grootste belang. Hij wilde door middel van opera zijn ideeën over mens en maatschappij naar buiten brengen. Wagner bracht dus kunst met een boodschap en dat was in de operageschiedenis nog niet eerder vertoond. Wagner deed dit aan de hand van oude Germaanse sagen en legenden die uiting gaven aan Duits-nationalistische gevoelens. Zijn opera’s worden bevolkt door kwaadaardige bostrollen, frêle elfen, woeste dwergen en niet te vergeten Germaanse helden.
Wagners opera’s waren heel anders dan de opera’s die zijn voorgangers maakten: hij liet alles als het ware in een vloeiende beweging doorlopen, in één adem (die dan wel uren duurt, want bij een Wagner-opera sta je niet zomaar weer buiten). Een andere muzikale nieuwigheid die Wagner introduceerde was die van het ‘leidmotief’. Dit is een voortdurend terugkerende melodie die een bepaalde symbolische betekenis heeft. Zo heeft een van Wagners helden, Siegfried, altijd een bepaald muziekmotief 'bij zich' en na verloop van tijd zet die associatie zich in het gehoor van de luisteraar vast.

Verdi

Ook Italië was in de ban van een politieke vrijheidsstrijd en probeerde zich aan Oostenrijkse en Franse overheersing te ontworstelen. Giuseppe Verdi was een vurig aanhanger van dit vrijheidsideaal en hoewel zijn opera’s nooit over het toenmalige Italië gingen, waren ze vol met politiek geweld, samenzweringen, weemoedige liederen en de roep om vrijheid. Hij verwoordde het verlangen naar onafhankelijkheid van het volk en zijn opera’s werden bijzonder populair. Verdi had een groot gevoel voor theater en vond dat alle zangers niet alleen fraai moesten kunnen zingen, maar ook echte personages met gevoel moesten spélen.

Verisme

Na de romantische periode van Wagner en Verdi ontstond er aan het eind van de 19e eeuw een hele nieuwe stroming. Kunstenaars kregen interesse in de alledaagsheid van het bestaan, met alle 'gewone' dingen die daarvan deel uit maken. In Frankrijk heette deze stroming 'naturalisme', in Italië noemde men het 'verisme', afgeleid van het woord 'vero' dat 'waar' betekent. In de opera krijgt het verisme vaste voet aan de grond door de componist Giacomo Puccini, die met de opera La Bohème vele harten veroverde. De opera gaat over de liefde tussen Mimi, een arm naaistertje, en de al even berooide kunstenaar Rodolfo. Ging het bij Wagner nog over goden en helden en speelde Aida van Verdi zich nog af in een Egyptisch hof, in La Bohème vormt een zolderkamertje het decor....

Stilte

De 19e eeuw liet een enorme omschakeling zien in het gedrag van het publiek bij operavoorstellingen. Het theater in de 18e eeuw was eerder ontmoetingsplaats dan cultuurtempel. Er werd gedronken en gepraat, ook dwars door de voorstelling heen. Er stonden in de zaal zelfs tafels waaraan een kaartje gelegd kon worden. In de 19e eeuwse theaters veranderden deze gewoonten ingrijpend: de stoelen werden rechtstreeks op het toneel gericht, in keurige rijen. Stilte en concentratie werd de norm, de zaal werd verdonkerd en kaarten en drinken tijdens de voorstelling werd verboden.
Parallel aan deze ontwikkeling deed een nieuw beroep zijn intrede: dat van dirigent. Tot aan de 19e eeuw hadden musici en zangers een gedeelde verantwoordelijkheid over hoe alles klinken moest. Mozart dirigeerde zijn eigen stukken bijvoorbeeld vanaf het klavecimbel dat hij tijdens de voorstellingen bespeelde. In de loop van de 19e eeuw trok de componist zich achter de coulissen terug. Zijn plaats op het toneel werd ingenomen door de dirigent die alleen maar dirigeerde en zelf geen instrument bespeelde.

Loslaten van de traditie

De 20e eeuw laat een enorme verscheidenheid zien aan opvattingen die - net zoals bij het ontstaan van opera - te maken hebben met een veranderend mensbeeld. Er treedt een aardverschuiving op met de ‘ontdekking van de menselijke geest’. Het begrip ‘geest’ bestond natuurlijk al veel langer, maar nooit had men zich zo beziggehouden met de drijfveren van een mens.
De Weense dokter Freud, die hier als eerste mee begon, ontdekte dat het menselijk handelen niet alleen door bewuste, maar misschien nog wel meer door onbewuste mechanismen wordt bepaald.
In de kunst werd hierop gereageerd door alles los te laten wat met voorschriften of normen te maken had. Kunstenaars experimenteerden er in deze periode lustig op los: componisten hielden zich bezig met het doorbreken van de ‘tonaliteit’ binnen de muziek (waarin altijd een melodie of een toonsoort is te herkennen).
Voor de opera ontstond er een groot probleem. Tenslotte was opera ontstaan vanuit het mensbeeld van de renaissance, en juist dat werd nu onderuitgehaald.
Men reageerde op allerlei manieren, bijvoorbeeld door vanuit het hier en iets te doen met een oude operavorm. Een goed voorbeeld hiervan is The Rake’s Progress uit 1951. Met deze opera leek Igor Strawinsky terug te keren naar de structuur van een Mozart-opera, maar hij gaf er een heel eigen draai aan. Zo maakte Strawinsky gebruik van elementen uit het verleden maar voegde er zijn kennis en ontwikkeling van de 20e eeuw aan toe.

Visie en interpretatie

Door de eeuwen heen hebben steeds meer vakmensen hun stempel op opera gedrukt. Het begon rond 1600 met een tekstschrijver, een componist en een zanger: daar kwam in de 19e eeuw een dirigent bij en in de 20e eeuw werd daar eerst een regisseur en later een decor- en kostuumontwerper aan toegevoegd. Opera werd in de 20e eeuw een zaak voor een heel team. En het ging vooral om een nieuwe interpretatie van een al bestaande opera. In de 20e eeuw zijn dan ook veel minder opera’s geschreven dan in voorgaande eeuwen. Steeds dezelfde opera’s worden uitgevoerd, steeds op een andere manier. Met de intrede van video en CD kwam daar nog eens de mogelijkheid bij om een uitvoering te bewaren en keer op keer opnieuw te zien of te beluisteren. Dat leidde vanzelfsprekend tot vergelijkingen: we hebben het nu niet meer over Le Nozze di Figaro van Mozart, maar over 'Le Nozze' van die en die regisseur en van die en die dirigent.

De makers

Bij een hedendaagse opera-uitvoering zijn de regisseur en dirigent dus van cruciaal belang voor de totstandkoming van een operaproductie. Om een mooie opera neer te zetten moet hun samenwerking goed zijn; het is een beetje als een huwelijk. De dirigent coacht zangers en orkest en heeft de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de muziek. De regisseur werkt weer samen met een ander deel van de medewerkers: de decor- en kostuumontwerpers en degene die de belichting ontwerpt. De regisseur heeft de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het algehele toneelbeeld en het acteren van de zangers.
De zangers spelen een belangrijke rol in de samenwerking tussen dirigent en regisseur. Zij moeten naar beiden luisteren maar hebben ook hun eigen inbreng. Zingen vergt een enorme fysieke inspanning. De conditie van een zanger ligt dan ook op hetzelfde niveau als dat van een topvoetballer. Een avondje zingen is een aanslag op de stembanden, daarom kan een zanger geen twee avonden achter elkaar een hoofdrol zingen: tussen twee opera-uitvoeringen moet minstens 24 uur rust zitten om de stembanden weer op krachten te laten komen.
Mensen die van opera houden komen om een avond te luisteren, maar ook om te kijken. De toeschouwer moet dus ook visueel worden beziggehouden. De ontwerpers van het decor, de kostuums en de belichting werken nauw samen met de regisseur om tot een mooie enscenering te komen.
Het koor van de opera is een grote groep zangers die naast de solisten in de voorstelling optreedt. Zij vullen de solisten aan. Het koor van De Nederlandse Opera bestaat uit 50 tot 80 mensen en zo’n groot aantal mensen op toneel resulteert vaak in spectaculaire massascènes!

Opera in Het Muziektheater

Het Muziektheater in Amsterdam is het enige theater in Nederland dat speciaal gebouwd is voor het opvoeren van opera’s. Bij de bouw van het theater is rekening gehouden met allerlei technische eisen die opera tegenwoordig stelt. De oppervlakte van het toneel is veel groter dan in andere theaters waardoor er bij de enscenering heel veel dingen mogelijk zijn. Het podium kan bijvoorbeeld met zestig mensen erop in de grond zakken, of men kan juist een paar meter omhoog.
In Het Muziektheater ‘woont’ het grootste operagezelschap van Nederland: De Nederlandse Opera. Sinds 1990 geeft Pierre Audi leiding aan dit gezelschap. Hij is verantwoordelijk voor het programma en de artistieke kwaliteit van de voorstellingen. Pierre Audi regisseert zelf ook een aantal opera’s per jaar en zijn opvattingen over hoe opera eruit moet zien, worden nationaal en internationaal revolutionair gevonden. Audi houdt van eenvoud en hij gaat uit van de emoties die de muziek bij het publiek oproept. Dit neemt niet weg dat zijn producties veelal buitengewoon spectaculair zijn. Audi laat het decor tot ver in de zaal doorbouwen, of plaatst het publiek rondom het speelvlak, zodat je als toeschouwer het gevoel krijgt dat je de zangers kunt aanraken en alles wat de personages in de opera meemaken, ook zelf ervaart.
Ieder jaar zorgen Pierre Audi en een aantal andere regisseurs voor nieuwe producties voor De Nederlandse Opera. Aan elke productie wordt heel hard gewerkt door vele medewerkers. De zangers moeten hun rollen instuderen en het orkest repeteert de partituur. Er zijn daarnaast mensen in dienst die zich bezighouden met de planning van alle repetities en voorstellingen en mensen die ervoor zorgen dat de producties onder de aandacht van het publiek wordt gebracht door middel van programmaboekjes, affiches en brochures. De kostuums en decors worden speciaal gemaakt door medewerkers van het kostuum- en decoratelier en er zijn medewerkers die zich bezighouden met boekhouding en het betalen van de rekeningen. Een groot deel van de medewerkers van De Nederlandse Opera is achter de schermen druk bezig om avond aan avond een prachtige voorstelling neer te zetten!

 

Naar begin

 

Teksten: Het muziektheater educatie.

Voor info: HWN 
Friday 01 February 2008 12:33:51    © HWN