|
|
Geschiedenis van de opera.InleidingWat is een opera?
Dat is toch zo'n toneelstuk waarin iedereen zingt? "Wil je een kopje
thee-ee-ee? Jahaha graa-aa-aag." Bij een musical is het ook zo dat de acteurs en de muziek samen een verhaal vertellen. Toch zijn er verschillen. Hèt grote verschil tussen opera en musical is dat bij musical de zangers versterkt zingen, dat wil zeggen: door een microfoon en dat is bij opera niet zo. Een operazanger is zo getraind dat hij met zijn stem een zaal met vele honderden, zelfs duizenden mensen bereiken kan, omdat hij zijn lichaam gebruikt als klankkast. De muziek
van een opera wordt geschreven door de componist en staat genoteerd in de
partituur. De muziek van ieder instrument staat genoteerd in een afzonderlijke
partij. In de partituur staan alle partijen onder elkaar geschreven. Italië is het land waar de renaissance tot bloei is gekomen. De periode van de renaissance kenmerkt zich doordat de mens in het hier en nu centraal komt te staan. Men gaat de mens zien als individu. Renaissance betekent wedergeboorte. De mens greep terug op het verleden om zich te heroriënteren. De Griekse en de Romeinse beschaving(de klassieke oudheid) gold als voorbeeld. Men dacht dat het Griekse drama in de oudheid ook altijd met zang en muziek werd opgevoerd en wilde dit zo exact mogelijk gaan nabootsen. Dat is de reden dat alle teksten in de opera gezongen moesten worden. Men vond ook dat de natuur het beste voorbeeld was voor de kunsten. Kunst moest een zo exact mogelijk weergave van de natuur zijn. Vandaar de term Natura artis magistra; de natuur, de ideale leermeester van de kunsten. Opera seria Recitatief Het ontstaan van operaOpera is ontstaan in de Renaissance, in de
zestiende eeuw, en eerder had ook niet gekund. Want een bepaalde soort kunst
komt niet zomaar uit de lucht vallen; zoiets heeft altijd te maken met
veranderingen in de maatschappij. En veranderingen waren er genoeg, zo op de
grens van de Middeleeuwen en de Renaissance. Mensen gingen heel anders denken
over zichzelf en hun plaats in de wereld. In de Middeleeuwen dachten de mensen
vanuit een collectief: er was niet zo veel plaats voor de mens als individu in
een samenleving die in alles gericht was op de grote christelijke gemeenschap.
Dat stond op het punt om te veranderen. De CamerataTussen 1580 en 1600 opereerde in Florence een
groepje wetenschappers/muziekliefhebbers: de Camerata. Zij maakten muziek en
discussieerden fel over hoe kunst eruit moest zien. De Camerata streefde naar
muziek die geschikt was om menselijke emoties te verbeelden. De leden van de
Camerata vonden dan ook dat zang in overeenstemming moest zijn met de
natuurlijke klank van spreektaal, geheel volgens het Renaissance-principe: de
natuur is de leermeester van alle kunsten oftewel Natura Artis Magistra". MonteverdiDe Camerata presenteerde in 1600 het eerste
muziekstuk waarin al hun ideeën waren uitgewerkt: 'Dafne', dat de geschiedenis
is ingegaan als de allereerste opera. 'Dafne' werd een doorslaand succes, zo’n
groot succes zelfs dat de Camerata de opdracht kreeg een compositie te maken
voor het huwelijk van Hendrik IV en Maria de Medici. Dat werd de opera 'Euridice'.
Deze opera werd tijdens het huwelijksfeest opgevoerd en één van de
huwelijksgasten, Claudio Monteverdi, was erg onder de indruk van deze nieuwe
muziekbenadering. De componist Monteverdi werkte aan het hof van Mantua, een
kleine stad in Noord-Italië. Onder invloed van de Camerata-opera Euridice
schreef hij L’Orfeo, zijn eerste opera, die in 1607 in het paleis van Mantua
werd opgevoerd. BelcantoMonteverdi componeerde nog een aantal
opera’s die heel populair werden. Zijn opera’s bestonden uit een groot
aantal aria’s die met behulp van het ‘recitatief’ aan elkaar werden
geregen tot een verhaal. Het recitatief is gesproken tekst, wel of niet met
muzikale begeleiding, waarin zo efficiënt mogelijk een stukje verhaal en
daarmee de overgang naar het volgende lied werd verteld. Verschillende
componisten na Monteverdi hielden zich aan zijn procédé, maar na verloop van
tijd werden de componist en de schrijver van de tekst van een opera, de
librettist, totaal ondergeschikt aan de wensen van de zangers. Want het publiek
kwam tenslotte voor de aria’s. Voor de zangers werd het een uitdaging om de
aria’s op hun eigen specifieke manier te zingen om zoveel mogelijk erkenning
van het publiek te krijgen. Ze versierden de oorspronkelijke muziek van de
componist soms zo dat die zijn eigen lied niet eens meer herkende! De zangers
kregen dus sterallures. Zo werd de sterzanger of prima donna geboren die zich
helemaal kon uitleven in deze ‘belcanto’ (“het fraai zingen”)-periode! KenteringDe Italiaanse componist Giacomo Rossini was
het aan het eind van de 18e eeuw zo zat dat de zangers keer op keer met zijn
composities op de loop gingen, dat hij voortaan alles nauwgezet voor de zangers
opschreef. Hiervoor was het lied wel vastgelegd in een partituur, maar
versieringen en uitweidingen konden naar believen worden aangebracht door de
zanger. Door echt alles in notenschrift vast te leggen dwong Rossini de zangers
precies te zingen hoe hij het bedoeld had. Opera buffoDie sketches gingen steeds langer duren omdat
het publiek er geen genoeg van kon krijgen. Ze groeiden zelfs uit tot een opera
op zich en daarmee was een nieuw opera-genre geboren, dat van de opera buffo.
Deze opera’s hadden totaal andere onderwerpen. Geen mythologische helden of
historische figuren die grote overwinningen behaalden, maar adellijke figuren
die door ontrouw of dommigheden in de problemen kwamen, daar ging het over! En
dat sprak aan in een periode waar Europa aan de vooravond stond van grote
revoluties tegen het gezag van het hof en de adel! MozartDe Oostenrijkse componist Wolfgang Amadeus Mozart was een groot liefhebber van buffospel en hij had er plezier in om de gevestigde orde flink voor gek te zetten. Hij bracht de opera buffo dan ook tot ongekende hoogten. Zijn opera’s op de libretto’s van Lorenzo da Ponte waren heel vermakelijk, maar Mozart wist zoveel diepgang in de muziek te leggen, dat de personages in deze opera’s zowel een komische als een tragische kant kregen. Mozart heeft op muzikaal-technisch gebied veel voor de opera betekend. Hij experimenteerde met zang door verschillende zangers ‘tegen elkaar in’ te laten zingen. Zo vertelden de zangers ieder hun eigen verhaal en werd het theatrale effect versterkt. De grote aria, waarbij de zanger zichzelf in de schijnwerper plaatste, was niet langer het hoogtepunt van de opera. De muziek vertelde zelf het verhaal en daardoor werd de rol van de componist werd belangrijker. De zanger verdween wat meer naar de achtergrond, tot tenslotte rond 1850 een einde kwam aan de belcanto periode: de tijd van het fraai zingen om het fraai zingen, was voorbij. De romantiekDe 19e eeuw stond in het teken van grote politieke verschuivingen in Europa. In de operaproducties uit die tijd valt het grote aantal verzetsliederen, verbanningsliederen, vrijheidsliederen en nationalistische liederen op. Niet alleen op gebied van thematiek verandert er veel, de hele kunstvorm opera is aan verandering onderhevig. Twee componisten hebben hier in het bijzonder aan bijgedragen, de Duitse componist Richard Wagner en de Italiaanse componist Giuseppe Verdi. In deze periode die we de Romantiek noemen, brachten zij de opera tot nieuwe hoogten. WagnerRichard Wagner was niet alleen maar componist,
maar ook librettist Hij bedacht en schreef zelf de teksten voor zijn opera’s.
Op een manier die daarvoor nog nooit had plaatsgevonden, smolten tekst en muziek
bij Wagner samen tot een eenheid. Maar niet alleen de vorm van opera deed er
toe: ook de inhoud was voor Wagner van het grootste belang. Hij wilde door
middel van opera zijn ideeën over mens en maatschappij naar buiten brengen.
Wagner bracht dus kunst met een boodschap en dat was in de operageschiedenis nog
niet eerder vertoond. Wagner deed dit aan de hand van oude Germaanse sagen en
legenden die uiting gaven aan Duits-nationalistische gevoelens. Zijn opera’s
worden bevolkt door kwaadaardige bostrollen, frêle elfen, woeste dwergen en
niet te vergeten Germaanse helden. VerdiOok Italië was in de ban van een politieke vrijheidsstrijd en probeerde zich aan Oostenrijkse en Franse overheersing te ontworstelen. Giuseppe Verdi was een vurig aanhanger van dit vrijheidsideaal en hoewel zijn opera’s nooit over het toenmalige Italië gingen, waren ze vol met politiek geweld, samenzweringen, weemoedige liederen en de roep om vrijheid. Hij verwoordde het verlangen naar onafhankelijkheid van het volk en zijn opera’s werden bijzonder populair. Verdi had een groot gevoel voor theater en vond dat alle zangers niet alleen fraai moesten kunnen zingen, maar ook echte personages met gevoel moesten spélen. VerismeNa de romantische periode van Wagner en Verdi ontstond er aan het eind van de 19e eeuw een hele nieuwe stroming. Kunstenaars kregen interesse in de alledaagsheid van het bestaan, met alle 'gewone' dingen die daarvan deel uit maken. In Frankrijk heette deze stroming 'naturalisme', in Italië noemde men het 'verisme', afgeleid van het woord 'vero' dat 'waar' betekent. In de opera krijgt het verisme vaste voet aan de grond door de componist Giacomo Puccini, die met de opera La Bohème vele harten veroverde. De opera gaat over de liefde tussen Mimi, een arm naaistertje, en de al even berooide kunstenaar Rodolfo. Ging het bij Wagner nog over goden en helden en speelde Aida van Verdi zich nog af in een Egyptisch hof, in La Bohème vormt een zolderkamertje het decor.... StilteDe 19e eeuw liet een enorme omschakeling zien
in het gedrag van het publiek bij operavoorstellingen. Het theater in de 18e
eeuw was eerder ontmoetingsplaats dan cultuurtempel. Er werd gedronken en
gepraat, ook dwars door de voorstelling heen. Er stonden in de zaal zelfs tafels
waaraan een kaartje gelegd kon worden. In de 19e eeuwse theaters veranderden
deze gewoonten ingrijpend: de stoelen werden rechtstreeks op het toneel gericht,
in keurige rijen. Stilte en concentratie werd de norm, de zaal werd verdonkerd
en kaarten en drinken tijdens de voorstelling werd verboden. Loslaten van de traditieDe 20e eeuw laat een enorme verscheidenheid
zien aan opvattingen die - net zoals bij het ontstaan van opera - te maken
hebben met een veranderend mensbeeld. Er treedt een aardverschuiving op met de
‘ontdekking van de menselijke geest’. Het begrip ‘geest’ bestond
natuurlijk al veel langer, maar nooit had men zich zo beziggehouden met de
drijfveren van een mens. Visie en interpretatieDoor de eeuwen heen hebben steeds meer vakmensen hun stempel op opera gedrukt. Het begon rond 1600 met een tekstschrijver, een componist en een zanger: daar kwam in de 19e eeuw een dirigent bij en in de 20e eeuw werd daar eerst een regisseur en later een decor- en kostuumontwerper aan toegevoegd. Opera werd in de 20e eeuw een zaak voor een heel team. En het ging vooral om een nieuwe interpretatie van een al bestaande opera. In de 20e eeuw zijn dan ook veel minder opera’s geschreven dan in voorgaande eeuwen. Steeds dezelfde opera’s worden uitgevoerd, steeds op een andere manier. Met de intrede van video en CD kwam daar nog eens de mogelijkheid bij om een uitvoering te bewaren en keer op keer opnieuw te zien of te beluisteren. Dat leidde vanzelfsprekend tot vergelijkingen: we hebben het nu niet meer over Le Nozze di Figaro van Mozart, maar over 'Le Nozze' van die en die regisseur en van die en die dirigent. De makersBij een hedendaagse opera-uitvoering zijn de
regisseur en dirigent dus van cruciaal belang voor de totstandkoming van een
operaproductie. Om een mooie opera neer te zetten moet hun samenwerking goed
zijn; het is een beetje als een huwelijk. De dirigent coacht zangers en orkest
en heeft de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de muziek. De regisseur
werkt weer samen met een ander deel van de medewerkers: de decor- en
kostuumontwerpers en degene die de belichting ontwerpt. De regisseur heeft de
uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het algehele toneelbeeld en het acteren
van de zangers. Opera in Het MuziektheaterHet Muziektheater in Amsterdam is het enige
theater in Nederland dat speciaal gebouwd is voor het opvoeren van opera’s.
Bij de bouw van het theater is rekening gehouden met allerlei technische eisen
die opera tegenwoordig stelt. De oppervlakte van het toneel is veel groter dan
in andere theaters waardoor er bij de enscenering heel veel dingen mogelijk
zijn. Het podium kan bijvoorbeeld met zestig mensen erop in de grond zakken, of
men kan juist een paar meter omhoog.
Naar begin
Teksten: Het muziektheater educatie. |
|